⸻ Gepubliceerd: 03-11-2025
Slim bewaren, beter verdienen in 2025
Slim bewaren, beter verdienen in 2025
Slim bewaren, beter verdienen in 2025
Het nieuwe bewaarseizoen voor consumptieaardappelen is inmiddels volop gestart. Na een groeiseizoen met relatief goede opbrengsten, maar ook duidelijke regionale verschillen, richten telers hun aandacht nu op een zo energiezuinig en kwaliteitsgericht mogelijke bewaring. Met de huidige marktomstandigheden is het belangrijker dan ooit om de bewaarstrategie goed af te stemmen op de technische én economische omstandigheden.
Bewaar- en energiekosten: grote verschillen per bedrijf
De bewaarkosten van consumptieaardappelen lopen sterk uiteen tussen bedrijven. Factoren als het type bewaarplaats, mate van isolatie, aanwezigheid van mechanische koeling en de bewaarduur spelen daarbij een grote rol. Een exact kostprijs noemen is daarom lastig.
Als richtlijn hanteert de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) dat de bewaarkosten bij levering in april (zonder mechanische koeling) gemiddeld zo’n 17% van de totale kostprijs van fritesaardappelen bedragen. Deze bewaarkosten zijn als volgt opgebouwd:
- 35% voor kiemremmers
 - 35% voor afschrijving, rente en onderhoud bewaarplaats
 - 25% voor energie (ventilatie)
 - 5% voor uitschuren
 
Deze verdeling maakt duidelijk dat besparen op energiekosten zinvol is, maar dat een goede bewaarstrategie en de inzet van kiemremmers een grote invloed hebben op het eindresultaat.
Slim ventileren is de sleutel tot energiebesparing
Besparen op bewaarkosten kan op twee manieren: minder uitgeven of zorgen dat er meer overblijft aan het eind van de bewaring. Voor het eerste helpt vooral slimmer ventileren. Het draait om het juiste moment met de juiste luchtkwaliteit ventileren, zodat het binnenklimaat optimaal blijft met minimaal gebruik van energie.
De moderne klimaatcomputer kan dit beter dan wanneer je met de hand de ventilatoren in- en uit schakelt. Na een goede wondheling — de basis voor een optimale bewaarperiode — is het verstandig om te werken met korte ventilatiemomenten met koudere buitenlucht en beperkte interne ventilatie. Dat beperkt zowel het energieverbruik als het gewichtsverlies.
Bewaarplaatsen waar toerenregelbare EC-ventilatoren zijn geïnstalleerd kunnen tijdens de bewaarperiode ventileren op bijvoorbeeld 80% van het toerental zodra het product op temperatuur is. Dat verlaagt het stroomverbruik tot 50% van een traditionele AC-ventilator, zonder dat de productkwaliteit in gevaar komt.
Een andere interessante ontwikkeling is het gebruik van slimme bewaarcomputers gekoppeld aan dynamische energiecontracten (Epex). Daarbij wordt de ventilatie en koeling automatisch gepland op die momenten dat de stroomprijs laag is of het weer gunstige omstandigheden biedt. Hierbij wordt er ook rekening mee gehouden hoe groot de afwijking tussen de regel- en streeftemperatuur is. Op deze manier kan er bespaard worden op de kosten zonder concessies aan de kwaliteit te doen.
Strakke temperatuurbeheersing bespaart meer dan stroom
Hoewel energie slechts een kwart van de totale bewaarkosten vormt, kunnen ook kleine verbeteringen op dit vlak flink bijdragen. Maar minstens zo belangrijk is het handhaven van een strakke bewaartemperatuur. Dat houdt de partij rustiger, vermindert gewichtsverlies en beperkt de inzet van extra kiemremmingsmiddelen. Door de temperatuur van het product “strak en vlak” te houden blijft de kiemrust langer behouden en kan er mogelijk bespaard worden op een behandeling met kiemremmers. Drie in plaats van vier behandelingen kan 9% van de totale bewaarkosten besparen. Dan blijft er aan het eind meer over door minder uit te geven.
Een goede temperatuurbeheersing lukt in de herfst en winter vaak nog goed met buitenluchtventilatie, maar richting het voorjaar wordt mechanische koeling steeds belangrijker. Zonder koeling lopen dan de kosten van gewichtsverlies en kiemremming juist flink op.
Kwaliteit van de oogst: goed, maar met aandachtspunten
Over het algemeen is de kwaliteit van de ingeschuurde aardappelen dit jaar goed: hoge kilo-opbrengsten en weinig rot. Wel is het onderwatergewicht hoog, wat de knollen gevoeliger maakt voor beschadigingen tijdens het rooien en inschuren — vooral in België en het zuidwesten van het land, waar de omstandigheden droger waren.
Beschadigingen, ook kleine, tijdens de oogst kunnen in de bewaring leiden tot extra gewichtsverlies. Het advies is dan om bij verder gezonde partijen niet meer dan nodig te drogen en te zorgen voor een goede wondheling. Bij 15 °C duurt de wondheling ± 3 weken en bij 12 °C duurt het ongeveer 30 dagen. Een goede wondheling is de basis voor een optimale bewaarperiode. Rassen die gevoelig zijn voor rot moeten wel eerst goed gedroogd worden zodat de schil droog is.
Bewaren in de huidige aardappelmarkt
Door de lage marktprijs kiezen een aantal telers ervoor om hun aardappelen (tijdelijk) op te slaan. Dat kan, maar het betekent vaak wel dat de bewaarcondities niet helemaal optimaal zijn. Vroege aardappelen of partijen uit minder goed geïsoleerde schuren zijn vaak niet geschikt voor langdurige opslag. “Op tijd afscheid nemen is dan vaak het beste advies”. Wie wél gewend is om lang te bewaren, doet er goed aan zijn strategie nú niet te veranderen. In een onzekere markt blijft topkwaliteit het sterkste wapen: partijen met gebreken zijn in de huidige markt zeker moeilijk kwijt te raken.
Tot slot is het onverstandig om te bezuinigen op ventilatie. Te weinig luchtbeweging verhoogt het risico op rot, CO₂-ophoping en kwaliteitsverlies. De kunst is niet om minder te ventileren, maar om slimmer te ventileren met goede apparatuur en slimme klimaatcomputers. Wie zijn ventilatie optimaal afstemt, kan besparen op stroom én kiemremmingsmiddelen, terwijl de aardappelen in topconditie blijven tot het moment van levering.